
Hoe Gusti aan zijn naam kwam
Door Christian Pietsch
Toen ik een kleine jongen was, ongeveer tien jaar oud, kwam er een nieuwe buurman naast ons wonen. De vijf families die daar eerder woonden, moesten verhuizen omdat het huis voor een "goede prijs" door de Treuhand was verkocht.
De heer bankdirecteur bezat nu een huis dat ongeveer drie keer zo groot was als het onze. Hij woonde daar ongeveer 8 jaar alleen en had in die tijd drie verschillende vrouwen. Maar hij had in die hele tijd slechts één geit, die precies voor mijn raam stond te mekkeren. Toen de heer directeur vaker op vakantie ging, mocht ik Gusti elke dag voeren. De geit, die erg koppig was en in een ongelooflijk tempo aardappelschillen kon eten, overleefde niet alleen drie levensgezellinnen, maar - voor zover ik weet - ook de volgende twee verhuizingen van de oude buurman.
Meer dan 5 jaar geleden besloten mijn ouders ook geiten te houden. Natuurlijk moest de leiderbok ook weer Gusti heten. Als je nu Gusti riep, luisterden eigenlijk alle drie de geiten naar die naam. Hoewel natuurlijk Luise en Lotte heel goed wisten hoe ze heetten - dat dachten we tenminste.
Toen we later met vrienden nadachten over een geschikte naam voor een lederhandel, waarvan het assortiment voor 90% uit geitenleer bestaat, kwam er eigenlijk maar één naam in aanmerking:
Gusti Leder